De prijzen in de landen die de euro gebruiken zijn in juni met 0,1 procent
gedaald op jaarbasis. Het gaat voor de eerste keer sinds de euro een
betaalmiddel is om negatieve inflatie, ofwel deflatie. Dat blijkt uit een
dinsdag gepubliceerde eerste raming van het Europees statistisch bureau
Eurostat.
Mei nulpunt
De inflatie bereikte in mei al het nulpunt. In april lagen de prijzen nog 0,6
procent hoger op jaarbasis. De negatieve inflatie van deze maand hangt
vooral samen met de hoge olieprijzen vorig jaar. Vorige zomer werd voor een
vat ruwe olie ruim 147 dollar betaald. De prijs schommelt nu rond de 70
dollar.
Geen verrassing
Het inflatiecijfer kwam niet als een verrassing. De Europese Centrale Bank
(ECB) zei eerder al dat de inflatie gedurende de zomermaanden negatief zou
zijn om daarna weer op te lopen. De tijdelijke deflatie wordt naast het
effect van de hoge olieprijs ook veroorzaakt door de hoge voedselprijzen van
een jaar geleden en het effect van de zwaarste crisis sinds de Tweede
Wereldoorlog.
Evenmin zal het cijfer de verwachting van analisten veranderen ten aanzien van
het aanstaande rentebesluit van de ECB. Op donderdag zal de centrale bank
het belangrijkste rentetarief naar verwachting handhaven op 1 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl